Yogahoudingen

De ‘Stoel-Walvis’ - een haptoyogavorm

Voor de Stoel-Walvishouding buigen we zittend op een stoel danwel rolstoel voorwaarts, teneinde de rug te strekken. Daarbij ademen we rustig door. In de praktijk komt een groot aantal meubels voor deze strekhouding in aanmerking.

Toch wel handig

We hebben lang nagedacht over de naam “Stoel-Walvis”. Er is namelijk geen ander vormverschil met de Walvis, dan het zitten op die stoel. Echter bij het zoeken naar vormen voor Remedial-Yoga is dat ‘stoel’ in de naam wel handig. De foto hieronder toont de Stoel-Walvis met extra gewicht in de handen om beter te kunnen loslaten.

De Stoel-Walvis, een voorwaartse buiging op een stoel.

De houding op de bovenstaande afbeelding is dus een strekhouding. We spreken in dit geval van Stoel-Walvishouding. Het mogelijke dynamische element (oefening) vinden we in het lostorsen. We reiken daarbij torsend zijwaarts; pas op voor eventuele leuningen!

Een jonge Louis van Gorkom toont de Stoel-Walvis.

In de praktijk kunnen we daar op een stoel met leuningen niet zoveel mee. Het kan echter geen kwaad, een beetje te torsen met de bovenrug, dus gebruiken we een krukje of poef. Draaien we de Stoel-walvis 45° achterwaarts, waarbij we met onze billen op de grond zitten, dan noemen we de houding Walvishouding. Goed bekeken is het de zelfde houding. Ook kunnen we zo zittend met de armen horizontaal gestrekt torsen. We gebruiken dan eventueel een ander meubel om de strekking te intensiveren. Wel moeten we om het evenwicht denken. Voor de samenstelling van een serie met remedial- en aangepaste vormen noemen we hier: de Greep, de Stoel-Neushoorn, de Stoeltorsie en de Stoel-Zijboog. Verder kunnen we nog naar de Kraanhouding kijken.