Vrijheidskwartier - roman...

6. Een eerste kennismaking met Meester Agdar

“De monnik staat op en schenkt thee in. Daarbij houdt hij de pot hoog boven de kopjes. De thee klettert als een waterval, zodat er een mooie schuimlaag ontstaat. Dan groet hij met woorden en gebaren de geest van de thee. Cirvel vangt van deze oude taal slechts een enkel woord op. Ook de handvormen moeten hun eigen betekenis hebben, maar Cirvel kan ze niet ontwarren. De geuren van de kruiden uit de thee verspreiden zich door de kamer. Het is de traditionele theeceremonie.

De laatste jaren van hun leven

‘Laat ik me eerst even voorstellen,’ begint de monnik, nadat hij een slok thee tot zich heeft genomen: ‘Men noemt mij Meester Agdar. Voor jullie ben ik gewoon Agdar! Dat Meester, wil ik alleen horen in officiële situaties.’

Cirvel knikt bevestigend met haar hoofd: ‘Oké, dat is duidelijk.’

‘Jullie zult hier in vijf jaar veel moeten leren. Dat kan alleen maar door veel te vragen,’ zo gaat Meester Agdar verder: ‘Dus vraag gerust. Ik ben maar een nederige monnik, die de politiek van Tempel en Staat lang niet altijd waardeer. Mij kun je vertrouwen, hoewel ik besef dat, dat vertrouwen er nu nog niet is. Je bent hier omdat  — ik denk tegen je zin —  je bent uitgekozen om Priesteres-van-Taboe te worden. Cirvel, over vijf jaar wordt uit de priesteressen de Dochter-van-Taboe gekozen,’ de monnik schraapt zijn keel.

Hij gaat verder met: ‘Wordt je dan niet gekozen, dan wordt je geofferd aan Taboe. Dat is jouw lot. Ik kan daar niets aan veranderen. Ik kan je hoogstens helpen de kans dat je wint zo groot mogelijk te maken. Als Priesteres-van-Taboe mag je  — in het bijzijn van anderen —  geen kleren meer dragen. Dat moet voor een meisje met jouw opvoeding een vreselijke overgang zijn, maar ook hierin heb je geen keuze. Overtreedt je straks de Regel-van-Naaktheid, dan wordt je op de meest afschuwelijke wijze gestraft,’ de oude monnik zwijgt even...

De stem van Anga doorbreekt de stilte en daarmee tevens de monoloog van Meester Agdar met de hamvraag: ‘Hoe wordt Cirvel dan gestraft?’ Het neerslaan van haar ogen vertelt meteen, dat ze beseft dat deze vraag niet had mogen worden gesteld.

De stille schaamte

De ogen van Meester Agdar worden vochtig. Toch tracht hij te antwoorden: ‘Ze zullen ... ze zullen haar,’ snikkend antwoordt hij verder: ’Ze zullen haar negenenveertig dagen met vuur martelen...’ hij zucht: ‘Zodat ze die negenenveertigste dag pas zal sterven!’ Dan zwijgt hij verder.

Cirvel ziet hoe Anga ineen gedoken zit. De schaamte verscheurt Anga's ziel. Het is onwezenlijk stil! Het lijkt alsof de bloemen niet meer geuren en de vogels niet meer zingen. Er krijst slechts een awôr ofwel doodsvogel. Het is Cirvel wel duidelijk, dat die Regel-van-Naaktheid, Anga het meest raakt. Zelf verlangt ze eerder naar de bevrijding van haar lijf. Dan is er deze maatschappij, waar de beul hoog op de maatschappelijke ladder staat; waar mannen alles, wat aan liefde doet denken moeten bedekken, omdat ze er niet mee om kunnen gaan.

En in dit klooster staat die wereld weer geheel op z'n kop! Meester Agdar hoort niet in deze wereld. Een vrouw mag een man niet zien huilen. Het is voor de man zo beschamend dat hij terstond rituele zelfmoord zal plegen, maar ze ziet Meester Agdar niet reageren. Zo is het minuten lang stil in de kamer.

Een stilte die Cirvel doet beseffen, dat haar toekomst op de harde kiel van de geschiedenis aan stukken is geslagen. Toch fluiten buiten de vogels hun voorjaarslied, maar dat dringt niet tot haar bewustzijn door. Het leven gaat door voor velen, ook al dreigt rampspoed voor enkelen...” Sita kijkt op. Het verhaal stemt haar triest. Ze ziet dat Fatima nog steeds niet terug is. Ondertussen voelt ze haar ogen vochtig worden...

“Meester Agdar staat op en hangt zijn pij aan de kapstok. Hij is naakt onder zijn pij. Cirvel kijkt naar het getaande mannenlichaam. De natuurlijke houding van de man stelt Cirvel enigszins op haar gemak.

Eerst nipt Meester Agdar aan zijn thee; dan gaat hij met rustige stem verder met: ‘Jullie zult wel merken, dat wij in dit klooster vaak zonder kleren leven. Dat kan omdat op dit land  — dat bij dit klooster hoort —  de meeste wetten van Tempel en Staat niet gelden. Buiten die grenzen moeten wij ook kleren dragen.’ Dan stopt hij om weer een slok thee te nemen.

Anga is hersteld van de schok die, die ene foute vraag van haar kant veroorzaakte. Ze vult de stilte met een nieuwe  — niets zeggende —  vraag: ‘Komen jullie vaak buiten het klooster?’ want ze houdt van babbelen.

En de zusters?

De oude man gaat daar openhartig in mee...” Sita kijkt weer van haar boek op, of Fatima al terug is. Het duurt nu wel heel lang. Haar ogen zoeken wederom naar de juiste regel.

“Even later tracht Cirvel meer duidelijkheid te verkrijgen met de vraag: ‘En de zusters?’ Ze beseft de politieke lading van de vraag, maar voelt zich nu veilig genoeg.

Meester Agdar kijkt Cirvel aan. Hij begrijpt haar nieuwsgierigheid. Toch wikt en weegt hij, alvorens hij antwoordt met: ‘Dat ligt nogal moeilijk. Hun werk ligt voornamelijk op het gebied van de gezondheidszorg voor vrouwen, want alleen de zusters kunnen vrouwen helpen. Maar nu wil de staat, dat ook de zusters zich van het openbare leven onthouden. Ze zullen dan binnen het klooster moeten blijven.’

Anga zet haar theekop weer neer en zegt: ‘Dat is volkomen idioot! Het wordt steeds gekker!’

Meester Agdar draait zijn hoofd in de richting van Anga en zegt: ‘Ja meisje ze leggen de Schrift zo uit, dat ze de gewone vrouw geheel kunnen ontkennen. Veel erger kan het niet, want dan komt er opstand!’ Dan neemt hij een paar slokken thee, om de vieze smaak weer weg te spoelen.

Cirvel zet haar theekop neer en reageert dan met: ’Mannen met macht zijn bang voor vrouwen.’

De voorbereiding voor de overdracht

Deze laatste uitspraak blijft een beetje in de lucht hangen. Langzaam verglijdt het serieuze gesprek over politiek naar de echte koetjes en kalfjes. Anga babbelt honderduit over hun reis. De geest van de thee weet de sfeer werkelijk om te buigen. Er wordt gelachen, want er is genoeg gehuild. Even is Cirvel haar lot geheel vergeten.

Ondertussen echter gaan buiten de voorbereidingen  — voor wat Cirvel een de ramp zou noemen —  gewoon door. Timmerlui van de genietroepen werken hard aan een podium. Een andere groep soldaten bouwt een groot vuur. Dit is zwaar werk, want het is inmiddels broeierig heet. Aan de rand van de blauwe lucht pakken reeds grijze onweerswolken samen.

‘Ik moet helaas verder met het verhaal dames,’ zo pakt Meester Agdar de draad van zijn onheilstijding weer op. ‘Van die idiote uitkleedceremonie  — die jullie straks te wachten staat —  krijg ik ook de kriebels, maar helaas heeft onze abt onvoldoende macht om die idioterie uit te bannen. De meeste leden van onze gemeenschap zullen als protest niet bij die ceremonie aanwezig zijn.’ Meester Agdar kijkt droevig. Het is weer onwezenlijk stil...

Als Meester Agdar reikt naar de tafelbel  — die op het tafeltje voor hem staat —  aarzelt hij even. Een moment van eeuwigheid is het nog doodstil. Dan laat hij de klepel de wand raken...” Sita sluit haar boek, want in een ooghoek ziet ze dat Fatima er aan komt.

‘Was het spannend?’ vraagt Fatima met belangstelling als ze gaat zitten.

‘Nu niet meer zo; het vorige gedeelte was veel spannender, Fatima,’ reageert Sita terwijl ze het boekje in haar tas opbergt.

‘Sorry, ik moest ook nog wat berichtjes in een app wegwerken. Ik houd er niet van, dat in gezelschap te doen,’ geeft Fatima aan.

Sita zit er bovenop met: ‘Daar heb ik ook een bloedhekel aan. Vooral die mensen die daarvoor plotseling midden op de stoep blijven staan.’

Wordt vervolgt met: 7. Ervaringen van Sita met haptoyoga.