Vrijheidskwartier - roman...

1. Is het toeval of lot?

Sita Chander houdt van sneupen op markten met tweedehands boeken. De zoet-muffe geur van vergeeld papier  — dat de tijd weerstaan heeft —  geeft haar een innerlijke rust, waardoor het drukke marktgebeuren geheel langs haar heen gaat. Het is een mooie herfstdag met een bleek-vochtig zonnetje. De zon is dus niet echt warm meer. Toch is Sita blij met dit weer, want een boekenmarkt in de regen is niets waard.

Een rot-ervaring op de markt

Sita blijft staan voor een onopvallend kraampje. Een gevoel van opwinding rolt door haar lijf. Ze kan het niet verklaren, maar ze heeft geleerd waarde aan haar gevoel toe te kennen, dus blijft ze staan. Dan loopt ze  — met haar ogen —  aandachtig langs de ruggen van een rij boeken, die tussen twee dozen aan de voorrand van de kraam liggen. Ze is gespitst op iets over Tantra. De rij is zeker twee meter lang. Sommige boekruggen zijn stuk, andere zijn nauwelijks leesbaar.

Zo nu-en-dan pakt ze een boek uit de rij en bladert. De boeken voor haar zijn niet gesorteerd; er zit van alles tussen. Wat ze nu in haar handen heeft, is een dichtbundeltje van een voor haar onbekende dichteres. Bij het omslaan van de bladzijden, brokkelt het harde verzuurde papier, onder haar vingers. Het volgende boekje is een ordinair pockettje. De titel is kort; beslaat slechts één woord, ‘Taboe’.

Even vraagt Sita zich af of het slechts een deel van de titel is, zo verbleekt is het kaft. Eén blik op de voorkant van het kaft echter, doet die gedachte terstond verdwijnen. Sita slaat het beduimelde boekje open. Tien euro staat er, met onfatsoenlijk dik potlood op de rechter bovenhoek van de titelpagina, geschreven. Ze is zuinig op haar boeken. Ze vraagt zich af, of deze potlooddeuk ooit zal verdwijnen. Al bladerend slaat Sita de inleiding over en begint te lezen. Haar ogen kleven na een paar bladzijden al aan het papier...

‘Jonge dame het is hier geen openbare leeszaal!’ zegt een zware stem van achter de kraam.

Sita schrikt: ‘Oh, ja ... ’ zou ze geen donkere huid hebben dan hadden haar wangen dat reeds getoond, want ze is van nature verlegen. Slechts een ogenblik kijkt ze de man aan, dan slaat ze haar ogen neer.

Handig gebruikmakend van de verlegenheid van Sita zegt de marktkoopman: ‘Dat is dan vijf diek dame.’

Sita pakt haar smartphone uit haar mantelzak en zet het hulpje aan, om te betalen. Bij dit soort activiteiten heeft ze haar phone meestal uit staan, want ze wil niet constant op die niemandalletje te moeten reageren. Wat een hekel heeft ze aan de phombies, die plotseling met zo'n ding midden op de stoep blijven staan!

‘Dame komt er nog wat van?’ zegt de marktkoopman met enige stemverheffing!

Sita vult 10 euro in en houdt het apparaat tegen de kassa. Een hoorbaar ping geeft aan, dat de transactie heeft plaatsgevonden. Ze maakt zich uit de voeten. In een ooghoek ziet ze, dat Annie haar volgt. Zo verdwijnt Sita in de mensenmassa. Boven het geroezemoes van stemmen uit kan ze nog net horen: ‘Die zwartjoekels denken dat ze tegenwoordig alles kunnen.’ Of is het verbeelding...

Op weg naar huis

De trein dendert zachtjes over de rails. Het is een slaapverwekkend ritme. Annie Bakker — de vriendin van Sita zit tegenover Sita te knikkebollen. Sita kijkt naar haar vriendin. Het hoofd hangt in de rechterhoek van de bank. De blonde lokken steken fel af tegen het donkergroene skai.

Ondanks dat Sita en Annie uit twee heel verschillende culturen komen kunnen ze het nu goed met elkaar vinden. “Twee geloven op één kussen, daar zit de duivel tussen,” zei Annie altijd gekscherend als er weer eens een conflict was bijgelegd. De duivel was inmiddels definitief van dat kussen verjaagd!

Geruime tijd kijkt Sita afwisselend naar het voortrazende landschap en het ritmisch schommelende hoofd van Annie. De slaap dreigt ook haar te overmannen, maar ze verzet zich en graait naar het pocketboekje dat ze op de markt heeft gekocht.

Wordt vervolgt met: 2. Sita leest de roman Taboe.